Salmonellaprevalentie in mengvoeder laag en dalend
Mengvoeders kenden in 2014 vrijwel geen Salmonellabesmetting. Dit blijkt uit een inventarisatie die SecureFeed bij haar (aspirant)deelnemers liet uitvoeren. Op een totaal van bijna 14.900 analyses werd bij 25 monsters Salmonella aangetroffen. Dit aantal (0,17%) is lager dan in 2013 (0,35%).
De Salmonellaprevalentie was in 2014 minimaal bij alle mengvoersoorten en varieerde van 0,31% bij onbehandeld / onverhit pluimveevoer tot nul bij de categorie ‘overig mengvoer’. Het streven is nul bij alle mengvoeders, om introductie van Salmonella via het voer bij vee te voorkomen. De bacterie komt veelvuldig voor in het milieu en bij dieren en kent vele types, waarvan een aantal ‘kritisch’ is en ziekmakend kan zijn voor dieren en/of mensen. Een besmetting hoeft de voedselveiligheid niet direct op het spel te zetten, maar is ook uit het oogpunt van diervoederveiligheid ongewenst.
Salmonella kan via een grondstof in mengvoeder komen of via een andere route als bijvoorbeeld een onvoldoende gereinigd transportmiddel. Alle schakels in de voederindustrie nemen daarom uit voorzorg (hygiëne)maatregelen om introductie van Salmonella tegen te gaan. De monitoring op de aanwezigheid van Salmonella geldt als indicatie dat de risicobeheersing op orde is. Als de analyse toch een besmetting met Salmonella aantoont, volgt onderzoek naar de besmettingsroute om daar de hygiëne verder aan te scherpen opdat nieuwe introducties zijn tegen te gaan.
In 2014 analyseerden de (aspirant)deelnemers van SecureFeed samen 14.897 monsters mengvoeder op Salmonella (2013: 14.148 monsters). Ruim tweederde betrof mengvoeder voor pluimvee (9.979). Bij 22 daarvan (0,22%) werd Salmonella aangetroffen. In 2013 ging het om 33 positieve uitslagen op 9.224 monsters (0,36%). Bij mengvoeders voor varkens was de prevalentie 0,04% (2013: 0,18%), bij mengvoeders voor rundvee 0,11% (2013: 0,57%). Van de gevonden
Salmonellabesmettingen ging het slechts enkele keren om een kritische variant (in 2013 twee keer, in 2014 één keer). In deze gevallen informeerde de betrokken diervoederproducent de autoriteiten en hun afnemers. Grondstoffen en contramonsters werden bemonsterd en geanalyseerd, evenals dieren (leghennen) en mestmonsters. Daarbij werd de Salmonellavariant alleen in het besmette voermonster aangetoond en niet op een andere plaats aangetroffen.
De cijfers zijn te beschouwen als het beeld van de Salmonellaprevalentie in alle Nederlandse mengvoeder. De (aspirant)deelnemers van SecureFeed die de cijfers voor de inventarisatie aanleverden vertegenwoordigen samen bijna 90% van de totale Nederlandse mengvoederproductie. 